Blog
- Geej se lèllike voel hod!
- I want to make at least 4 amazing records ~ µ-Zic
- sinterkloaze
- ooit breek ik de nek nog over die hond!
- Zie je dan zelf niet in dat je het charisma van een azijnfles hebt???
- Vast en zeker, die leugenachtige media blijven maar doorgaan, er zijn mensen die geloven dat het verslaan van IS alles oplost, die geloven dat de overige moslims nu allemaal John Denver beginnen zinge
- Een vriend is iemand die weet dat je stinkt en toch aan je ruikt.
- Hoi zot vijf
- Usonsard Asonsird
- man man nou moet ik in bad, zal int vervolg van de kattestrond moeten afblijven he
- Het gefluit op de tribunes van het Olympisch Stadion klinken steeds luider, zeker wanneer Nielsen gaat liggen zonder een Beerschit-speler in de buurt
- Prof. Drs. Sergov Barinek Bastian Klemonzrud Jormeidt Allochtre
- oempa loempia diggery doo
- Jammer vd geit in de keuken xD
- ieder muisje heeft een piepklein kruisje
- Verknoei je tijd op een nuttige manier!
Weefsnitje en de deven zergen
Brigitte, 2004-04-15
Er leefde eens, veel her weg in een krachtig pasteel, een scheel hoon meisje, en dat scheel hoon meisje heette weefsnitje.
Maar in dat krachtig pasteel woonde nog iemand, de de biefstoeder, de moze biefstoeder van Weefsnitje.
En iedere dag trok zij haar kloenste scheetje aan, en dan ging ze voor het wiegeltje staan, en da zei ze:
“Wiegeltje wiegeltje aan de spand, wie is de vroenste schouw van lans het gand?”
En dan antwoordde dat wiegeltje: “Biefstoeder, je bent scheel hoon, maar Weefsnitje is muizendschaal doner dan jij.”
En dan werd die moze biefstoeder beeds stozer.
En op dekere zag, ging zeij vrorgens smoeg naar de joze bager, “joze bager” zei ze, “jij gaat weefsnitje nidkappen en haar achterlaten in het wonkere doud.”
En de joze bager, de leersmap, die had een klare zijk op de kaak. Hij was vroeger nog matroos geweest en had zeven jaren op zijn slip gescheten.
De joze bager dus sprong op zijn perk staard, pakte zijn wietgescheer en met zijn klatte zoten smeet hij weefsnitje in het wuikgestras.
En Weefsnitje, ocharme, zat daar te schruilen van de hik. Het zat daar vol met woute stolven.
Maar toen kwamen daar uit het heupelkrout de deven zergjes die ergens in het doud in een harig kutje woonden.
Zij zagen Weefsnitje liggen en, met verkrachte eenden, brachten zij Weefsnitje naar een haddenstoelen puisje.
Toen kwam daar opeens de prone schins voorbij, ook al pezeten op een pert staard, eigenlijk een pimmelschaard.
Hij zag Weefsnitje liggen, want zei lag daar in een klazen gist. Zei had zich immer verlsikt in een fut struik van de houte steks.
En de prone schins werd natuurlijk zapelstot van Weefsnitje, hij streek haar kak in de ogen en mutste haar op haar recht op haar kont.
Hij nam haar mee, zij trouwden veel en hadde lange kinderen en gaven een groot kannepoekenfeest....
Er leefde eens, veel her weg in een krachtig pasteel, een scheel hoon meisje, en dat scheel hoon meisje heette weefsnitje.
Maar in dat krachtig pasteel woonde nog iemand, de de biefstoeder, de moze biefstoeder van Weefsnitje.
En iedere dag trok zij haar kloenste scheetje aan, en dan ging ze voor het wiegeltje staan, en da zei ze:
“Wiegeltje wiegeltje aan de spand, wie is de vroenste schouw van lans het gand?”
En dan antwoordde dat wiegeltje: “Biefstoeder, je bent scheel hoon, maar Weefsnitje is muizendschaal doner dan jij.”
En dan werd die moze biefstoeder beeds stozer.
En op dekere zag, ging zeij vrorgens smoeg naar de joze bager, “joze bager” zei ze, “jij gaat weefsnitje nidkappen en haar achterlaten in het wonkere doud.”
En de joze bager, de leersmap, die had een klare zijk op de kaak. Hij was vroeger nog matroos geweest en had zeven jaren op zijn slip gescheten.
De joze bager dus sprong op zijn perk staard, pakte zijn wietgescheer en met zijn klatte zoten smeet hij weefsnitje in het wuikgestras.
En Weefsnitje, ocharme, zat daar te schruilen van de hik. Het zat daar vol met woute stolven.
Maar toen kwamen daar uit het heupelkrout de deven zergjes die ergens in het doud in een harig kutje woonden.
Zij zagen Weefsnitje liggen en, met verkrachte eenden, brachten zij Weefsnitje naar een haddenstoelen puisje.
Toen kwam daar opeens de prone schins voorbij, ook al pezeten op een pert staard, eigenlijk een pimmelschaard.
Hij zag Weefsnitje liggen, want zei lag daar in een klazen gist. Zei had zich immer verlsikt in een fut struik van de houte steks.
En de prone schins werd natuurlijk zapelstot van Weefsnitje, hij streek haar kak in de ogen en mutste haar op haar recht op haar kont.
Hij nam haar mee, zij trouwden veel en hadde lange kinderen en gaven een groot kannepoekenfeest....
~ Bekeken: 134 × | TOP | THUIS | TERUG
Doe mee!
Eluterius groeit door inbreng van gebruikers. Wil jij ook weetjes delen en dingen toe kunnen voegen? Word lid!
Weekpoll
En ook...
Top-30
De tussenstand in onze Eigenzinnige 30 van
week 17/2024. Muziek van 1950 tot nu!1
2
3
5
6
7
8
9
10
14
BOOK OF LOVE - Boy 24
15
NIRVANA - Rainbow Chaser 20
16
BLACK - Wonderful Life 18
17
22
DAN FOGELBERG - Longer 16
23
24
BOZZ SCAGGS - Lowdown 3
26
27
30
31
Rechts